Hoe omgaan met een prikaccident? Plan van aanpak

Met regelmaat vinden we bij de klinische gegevens de opmerking ‘prikaccident’. Daarbij valt ons op hoe uiteenlopend de aangevraagde testen zijn. Op basis van de Nederlandse Landelijke Richtlijn Prikaccidenten (20 bladzijden) maakten wij een schema op, samengebald op één bladzijde. 

Hoe te hanteren? 

  1. Neem onmiddellijk actie
  2. Maak een risico-inschatting op basis van de aard van het accident
  3. Maak gebruik van het stroomdiagram op keerzijde om verdere acties te bepalen 
1. Onmiddellijke actie 

Laat de wonde t.h.v. de huid goed doorbloeden en spoel langdurig met water en zeep. Desinfecteer met een huid-desinfectans: alcohol 70% of chloorhexidine 0.5% in alcohol 70%. Bij spataccidenten op de huid of slijmvliezen wordt het oppervlak direct en grondig gespoeld met fysiologisch of eventueel water. 

2. Risico-inschatting op basis van de aard van het accident 

Aard van het accident

Spatten bloed op intacte huid

geen

Spatten bloed op niet-intacte huid

laag

Intensief bloedcontact bij open wonden

hoog

Bloed of met bloed besmette vloeistof op slijmvlies

hoog

Mogelijks infectieuze vloeistof op slijmvlies zonder bloed

laag

Bijtaccident, risico voor de gebetene (speeksel van de dader in de wonde)

laag

Bijtaccident, risico voor de gebetene (speeksel en bloed van de dader in de wonde)

hoog

Bijtaccident, risico voor de dader (bloed van de gebetene op mondslijmvlies van de dader)

hoog

Oppervlakkige huidverwonding bij slachtoffer zonder zichtbaar bloed (kras)

geen

Verwonding door subcutaan gebruikte injectienaald

laag

Verwonding door intramusculair gebruikte injectienaald zonder zichtbaar bloed van de bron

laag

Verwonding door intramusculair gebruikte injectienaald met zichtbaar bloed van de bron

hoog

Verwonding door intracutaan/subcutaan gebruikte hechtnaald zonder zichtbaar bloed van de bron

laag

Verwonding door ander hechtnaald met zichtbaar bloed van de bron

hoog

Verwonding door naald of lancet gebruikt bij vingerprik (bvb. glucosebepaling)

hoog

Percutane verwonding anders dan bovengenoemd (bvb. infuusnaald, operatiekamerinstrument)

hoog


* Speeksel, tranen en urine zijn geen besmettingsbronnen, voor zover hierin geen bloed aanwezig is.

3. Opvolging

Overweeg de afname van een nulserum onmiddellijk bij de blootgestelde persoon en een bloedafname van de 'bron'.

Zie flowchart + bijbehorende opmerkingen

(1) Indien bron hoogrisico (2) of slachtoffer immuunincompetent, aanvullend HIV-RNA en/of HCV-RNA bepalen.

(2) Risico-inschatting op basis van de bron, voor hoogrisicogroepen
HBV HCV HIV
Hemodialysepatiënten + +
Hemofyliepatiënten en andere personen die bloedproducten ontvangen hebben + +
Geestelijk gehandicapten in instituten +
Personen afkomstig uit niet-westerse landen +
Personen uit Egypte + +
Personen uit Sub-Sahara Afrika + +
Intraveneuze druggebruikers + + +
Mannen die seks hebben met mannen + +
Prostituees + +
Deze tabel is indicatief. Raadpleeg de meest recente informatie op www.who.org, www.cdc.gov of www.rivm.nl/cib


* zolang de infectie bij de blootgestelde persoon niet definitief is uitgesloten dient onveilig contact te worden afgeraden en dient afgezien te worden van bloedgeven.

(3) Post Exposure Profylaxie (PEP)

  • Neem contact op met een AIDS-referentiecentrum bvb. UZ Gent tel. 09 332 23 50 of stuur patiënt naar spoedopname UZ Gent waar steeds post-exposure profylaxie voorhanden is.
  • Behandeling wordt best gestart binnen de 2uur
  • Kan tot 72 uur na prikaccident
(4) Toediening Hepatitis B immuunglobuline

  • Dosering voor volwassenen 500IE IM
  • Dosering voor kinderen 8IE/kg IM
  • Toediening binnen de 24 uur
  • Kan tot 7 dagen na het accident
Literatuurlijst

Landelijke Richtlijn Prikaccident april 2007 www.rivm.nl/cib

Richtlijn 'Prikaccidenten': risicobeoordeling en postexpositiebeleid in de praktijk. Ned. Tijdschrift. Geneesk. 2008 6 september; 152(36)

Wenst u meer informatie?

Wenst u meer informatie?

Values Anacura

KWALITATIEF

INTEGRITEIT

EVIDENCE BASED